Klimaatdaken: vermijd schade aan de dakafdichting!
Bij de uitvoering van klimaatdaken is het belangrijk om erop toe te zien dat de dakafdichting niet beschadigd raakt. Een visuele inspectie na de dichtingswerken is vereist, eventueel aangevuld met bijkomende controles. Stockage, circulatie en werkzaamheden op het platte dak moeten zoveel mogelijk beperkt worden en zijn pas toegestaan wanneer de dakafdichting voorzien is van een adequate beschermingslaag.

Platte daken worden steeds veelzijdiger: groendaken, energiedaken, gebruiksdaken, waterretentiedaken ... Deze zogenoemde ‘klimaatdaken’ bieden technische en circulaire oplossingen die bijdragen aan CO₂-reductie, klimaatadaptatie, biodiversiteit en een efficiënter ruimtegebruik (zie ook de themapagina omtrent klimaatdaken op onze website).
Ze brengen echter ook technische uitdagingen en risico’s met zich mee, zoals een grotere kans op beschadigingen aan de dakafdichting. Deze risico’s kunnen beperkt worden door een doordacht ontwerp en nauwgezette opvolging vóór, tijdens en na de dichtingswerken.
Maatregelen vóór en tijdens de dichtingswerken
Bij het ontwerp is het cruciaal om te kiezen voor een technisch correcte – bij voorkeur beproefde – en robuuste dakopbouw (zoals een warm dak of omkeerdak). Daarnaast wordt sterk aangeraden om in een compartimentering te voorzien (zie TV 280), eventueel in combinatie met geïntegreerde systemen die het mogelijk maken om vocht in de dakopbouw te monitoren en/of om punctuele controles van de waterdichtheid uit te voeren (zie Buildwise-artikel 2023/02.05).
De uitvoering moet gebeuren door technisch opgeleide en gespecialiseerde werkkrachten, volgens de toepasselijke Technische Voorlichtingen (zie de themapagina omtrent klimaatdaken voor meer informatie) en voorschriften van de fabrikanten.
Het is zeer belangrijk dat de dichtingswerken regelmatig en nauwgezet opgevolgd worden door de ontwerper of door iemand die door hem aangesteld werd.
Visuele inspectie na de dichtingswerken
Vóór het aanbrengen van de bijkomende lagen van het (multi)functionele dak is een visuele inspectie van de afdichtingslaag essentieel (afwezigheid van perforaties of beschadigingen, correcte uitvoering en waterdichtheid van de naadverbindingen en aansluitingen). Deze inspectie wordt bij voorkeur uitgevoerd door een onafhankelijke partij.
Daarnaast kan in een aparte post in het bijzondere bestek in een extra controle van de waterdichtheid voorzien worden. Hiervoor kunnen verschillende technieken aangewend worden. Elk van deze methodes kent echter zijn beperkingen en is niet in alle gevallen toepasbaar. De te volgen aanpak moet gekozen worden in functie van de dakopbouw en moet duidelijk beschreven worden in het bestek.
Onder water zetten
Het onder water zetten van een plat dak is enkel nuttig voor niet-geïsoleerde daken of omkeerdaken. Bij een warm dak heeft deze proef weinig meerwaarde, omdat eventuele lekken bij een correct geplaatst dampscherm niet zichtbaar worden in de onderliggende ruimtes, maar leiden tot vochtproblemen in de isolatie.
Door voldoende tijd te laten tussen de dichtingswerken en de daaropvolgende werkzaamheden kan een eventueel probleem in het gebouw tot uiting komen, wat een goede indicatie geeft van de waterdichtheid van het platte dak.
Rookinjectieproeven
Rookinjectieproeven (zie afbeelding 1) zijn enkel geschikt voor losliggende of partieel hechtende dakafdichtingen, waarbij de rook zich voldoende onder de afdichting kan verspreiden. Bij mechanisch bevestigde afdichtingen hangt de verspreiding af van de mate waarin de bevestigingen in het isolatiemateriaal gedrukt zijn. Bij zachtere isolatiematerialen blijft de rook vaak beperkt tot de breedte van de afdichtingsbanen.
Er moet een dampscherm aanwezig zijn, dat volledig luchtdicht moet zijn om voldoende druk op te kunnen bouwen, zonder dat de partieel hechtende afdichting loskomt.
Rookproeven worden doorgaans alleen toegepast op beperkte of gecompartimenteerde dakoppervlakken, om het aantal doorboringen – die achteraf opnieuw afgedicht moeten worden – tot een minimum te beperken.
Elektrische lekdetectie
Bij elektrische lekdetectie wordt vaak gekozen voor de hoogspanningsproef (zie afbeelding 2 en Buildwise-artikel 2023/02.05). Deze methode is niet-destructief en vereist, in tegenstelling tot de laagspanningsproef, niet dat het dak onder water gezet wordt. Voor deze proef:
• moet het dakoppervlak volledig droog zijn
• mag het niet bedekt zijn
• mag de dakafdichting niet geleidbaar zijn (dit werkt dus niet bij sommige soorten EPDM)
• moet er een geleidende laag onder de dakafdichting aanwezig zijn, zoals een met aluminium gecacheerde isolatie, een speciaal toegevoegde geleidende laag of een betonvloer.
Het is aangeraden om alle tussenkomende partijen bij deze controles te betrekken om hen bewust te maken van het feit dat de dakafdichting niet beschadigd mag worden. De plaatsing van bijkomende lagen bovenop de dakafdichting moet in elk geval uitgevoerd worden door een gespecialiseerde aannemer (bv. in begroening), die de risico’s kent en de nodige voorzorgsmaatregelen neemt om op een dakafdichting te werken. Ook na zijn werken wordt de dakafdichting, waar toegankelijk, best nog eens visueel gecontroleerd op beschadigingen.
Bescherming van de afdichting vóór de verdere werkzaamheden
Tijdens de werfplanning moet vermeden worden dat reeds afgedichte daken gebruikt worden als opslagplaats of werkzone. Eventueel kan in een eerste fase enkel het dampscherm als tijdelijke afdichting geplaatst worden. Circulatie en werkzaamheden op een plat dak zijn niet toegestaan zolang er geen adequate bescherming aangebracht is op de dakafdichting en -opstanden. De hoofdaannemer of een andere door de opdrachtgever aangeduide partij moet hier strikt over waken. Het is aan de hoofdaannemer om er in de planning op toe te zien dat er geen andere werkzaamheden plaatsvinden alvorens de beschermingslaag uitgevoerd is.
De keuze van de beschermingslaag moet afgestemd worden op de geplande werkzaamheden en het beoogde gebruik van het dak. Bij industriële platte daken met zonnepanelen is een doorlopende beschermingslaag bijvoorbeeld minder noodzakelijk, maar is het essentieel om in een bescherming te voorzien ter hoogte van de steunpunten van de installatie en om de installateurs bewust te maken van het belang van het vermijden van schade.
Bij zware belastingen geniet een beschermingslaag van bijvoorbeeld 2 cm dikke gerecycleerde rubbermatten de voorkeur boven een gestorte betonplaat, omdat deze laatste de dakafdichting nadien zeer moeilijk bereikbaar maakt.

Samenvatting van een artikel, opgesteld in het kader van het COOCK+-project ‘Klimaatdak’, met de steun van VLAIO, verschenen op de pagina’s 12-13 van het Buildwise Magazine 2025/2. Enkel het originele Buildwise-artikel geldt als referentie.