Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Constructie

Indrukwekkende krachttoer voor heroïsche transformatie

Het iconische Royale Belge-gebouw in Watermaal-Bosvoorde heeft een ingrijpende renovatie ondergaan. Na enkele jaren van leegstand geeft een prestigieus herbestemmingsplan het kantoorgebouw een tweede leven. Dit vroeg om een duurzame transformatie met enkele technisch ingrijpende aanpassingen. Meest in het oog springend is het creëren van een atrium met centrale circulatie-as.

_YG_4705-002

Het gedurfde ontwerp van René Stapels en Pierre Dufau voor het voormalige hoofdkantoor van Royale Belge en later AXA Belgium is een schoolvoorbeeld van luxueuze bedrijfsarchitectuur uit de jaren ’60 van vorige eeuw. Dankzij zijn transparante benedenverdiepingen, kruisvormige torenniveaus, exoskelet van cortenstaal en bronskleurige spiegelbeglazing is het een iconische landmark met een legendarische status bij architectuurliefhebbers. Met een ambitieus herbestemmingsplan redde Souverain 25 het sinds 2017 leegstaande gebouw van de teloorgang. Het opzet van het herbestemmingsplan was om met minimale architecturale ingrepen en behoud van de karakteristieke elementen het kantoorcomplex te transformeren naar een nieuwe multifunctionele invulling. “Het gebouw biedt vandaag nog altijd 21.000m² kantoorruimte, maar aangevuld met een viersterrenhotel met 140 kamers en 40 suites, een coworking- en seminarieruimte, drie restaurants, een auditorium (300 plaatsen), vergaderzalen en een fitnesscentrum van 5.000m² met binnen- en buitenzwembad,” vertelt Daan Watté. Als senior project manager leidde hij de renovatiewerken in goede banen voor hoofdaannemer CIT Blaton.

Gefaseerde gevelrenovatie

De transformatie van het kantoorgebouw vroeg toch wel wat bijzondere ingrepen. “We zijn gestart met het volledig strippen van het interieur, met uitzondering van de marmerbekledingen op wanden en vloeren in en rond de centrale kern en enkele waardevolle elementen in de inkomhal. Die hebben we zorgvuldig ingepakt om ze te beschermen tegen het bouwgeweld. Ook alle technische installaties, leidingen, kokers en technische ruimtes hebben we volledig verwijderd. Vervolgens hebben we de gevels gefaseerd in zones ontdaan van hun beglazing en het chassis van de vliesgevels. Die gefaseerde aanpak werd ingegeven door het ritme van de studies en productie van de nieuw te plaatsen elementen. Tegelijkertijd was het een maatregel om het openstaande volume te beperken,” zegt Daan Watté. De nieuwe vliesgevels en beglazing sluiten visueel heel sterk aan bij het origineel, alleen presteren ze beter op thermisch vlak. Glasfabrikant AGC en Bureau Bouwtechniek werkten een nieuwe glascoating uit die de hoogrendementsbeglazing een uitgesproken goudkleurige reflectie geeft. “Verder hebben we de tussenprofielen in cortenstaal weggenomen en vervangen door nieuwe UPN 100-liggers in cortenstaal. Ook de borstweringen in cortenstaal rond de terrassen op de tweede verdieping werden grotendeels gerenoveerd.

Adembenemend atrium

Intern waren de structurele ingrepen en toevoegingen ingrijpender. “Zo hebben we twee zwembaden – een binnen en een buiten - van 25m geïntegreerd in de bestaande structuur. Dat vroeg om aanpassingen aan de kolommen, balken en cassettevloeren van de vroegere parkeerkelder. Daarnaast hebben we openingen van roltrappen en belangrijke doorgangen voor technieken moeten aanstorten. In bestaande liftkokers hebben we tussenvloeren geplaatst om ze om te bouwen tot trappenzalen,” aldus de senior project manager bij CIT Blaton. De circulatie doorheen het gebouw is best bijzonder en dat vertaalde zich in het creëren van nieuwe trappen tussen de verdiepingen van het sokkelvolume. De blikvanger hierin is zonder twijfel de centrale circulatie-as in het atrium met een diameter van 21 meter. “Een brede wenteltrap verbindt er de verschillende verdiepingen. Om het atrium te creëren hebben we een trapkern en techniekenkoker gesloopt, maar mét behoud van het plafond van de tweede verdieping. Hiervoor hebben we over grote hoogte het plafond moeten opvangen, tijdens het bouwen van de kolommen, ronde wanden en de daarin opgehangen trap. Bijzonder in onze aanpak is dat we de nieuwe kolommen ook hebben opgevat als tijdelijke steun. Dat was mogelijk door het plaatsen van een voldoende dragende stalen buis in de kern van de kolom. Die hebben we vervolgens omstort met beton naar het evenbeeld van de aangrenzende bestaande kolommen. Dankzij die aanpak was geen andere ondersteuningsconstructie nodig en hadden we ruimte vrij om te werken aan de nieuwe elementen. Omdat onder het atrium nog drie kelderverdiepingen zitten, was daar wel een hele batterij schoren en stempels tot op de funderingsplaat nodig,” schetst Daan Watté.

Veel van die nieuwe betondelen bleven in het zicht en zijn naar uitzicht gelijkaardig aan het beton uit de jaren ’60. “De loopvlakken van de trappen werden bekleed met prefab granito-elementen en de tussenbordessen werden ter plaatse uitgevoerd in granito. De volledige trap kreeg een glazen borstwering met geïntegreerd ledverlichting.

Technische tour de force

Het techniekenpakket was zo mogelijk nog uitdagender om binnen de recordtijd uit te voeren. De technieken zitten verspreid over het volledige gebouw: de vier daken kregen een maximale oppervlakte aan fotovoltaïsche zonnepanelen aangemeten, het lokaal op de 11de verdieping herbergt de luchtgroepen voor het kantoorgedeelte en de technieken luchtgroepen en warmwaterverdeling - van het hotel en de lobby zijn weggewerkt in een bijna ontoegankelijke tussenverdieping tussen de sokkel en de hoteltoren. “De luchtgroepen en hun kanalen naar deze tussenverdieping brengen vroeg bijzondere handelingen. Eenvoudiger was het installeren van HVAC, hoogspanning, waterverdeling en sprinkler op niveau -2, waar wel een voldoende grote technische zone ter beschikking is. In een apart volume, via een ondergrondse tunnel verbonden met het hoofdgebouw, stond de vroegere verwarmingsinstallatie op stookolie. Die maakte plaats voor 3 performante gasketels. Gevolg is dat van de drie majestueuze schoorstenen er nog maar één in gebruik is. Vanaf deze technische zone worden ook de koeltorens bediend,” vertelt Daan Watté.

Logistieke limieten omzeild

De bijzondere ligging – onder meer aan de rand van Watermaal-Bosvoorde en aan een Natura 2000-zone - zorgde voor extra kopzorgen voor logistiek en toelevering. “Het Royale Belge-gebouw ligt aan een prachtige vijver met park en is omgeven door douves (slotgrachten). Die slotgrachten hebben we drooggezet om als stockagezone te gebruiken. De torenkraan hebben we op het dak van de parking geplaatst. Met een aangepast chassis konden we de lasten van de kraan laten afdragen via de bestaande kolommen in de kelder. Die locatie was wel geen vanzelfsprekende keuze voor de montage en demontage van de kraan,” aldus Daan Watté.

Van de vier gebouwvleugels waren er maar twee toegankelijk met een externe lift. “Eén van die liften hebben we hoofdzakelijk gebruikt om gevelmaterialen aan te leveren. De andere diende voor de aanvoer van afwerkings- en techniekenmaterialen. Het verdelen van de materialen over de verschillende torenvolumes was een intensief gebeuren. Om dat wat te compenseren hebben we de bestaande goederenlift zolang mogelijk in dienst gehouden en van zodra mogelijk hebben we nieuwe liften ingezet als werflift.

Buitenterrassen hersteld

Ook de omgevingsaanleg werd in ere hersteld. “Bijzonder daarbij was de betegeling van de buitenterrassen. We hebben de oude 250 kg zware betontegels vervangen door nieuwe tegels van 80kg. Ze volgende de maatvoering van voorheen en ook hun rode kleur werd zo goed mogelijk nagebootst. Het was niet vanzelfsprekend om deze tegels overal te plaatsen. Ze zijn bijvoorbeeld ook op terrassen op verdiepingen 1, 2 en 9 gelegd,” besluit Daan Watté.


RYB-16
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten