Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Infrastructuur

Fluvius maakt het rioleringsstelsel futureproof

Fluvius staat aan het front van een complexe en dure transformatie van het Vlaamse rioleringsnetwerk. De uitdagingen zijn immens: de Europese milieudoelstellingen, de aanpassing aan de grillen van de klimaatverandering en het beheren van een historisch en verouderd netwerk. “Toen ik als projectleider riolering aan de slag ging, was de stelregel: build and forget”, vertelt Raf Bellers, directeur Netbeheer bij Fluvius. “Vandaag zoeken we de antwoorden in 'duurzaam bouwen en dynamisch beheren.”

FluviusRiolering_Harelbeke001

Zeker tot 2033 wil Fluvius elk jaar 140 miljoen euro investeren in de Vlaamse rioleringen. Dat is bijna een verdubbeling van de centen die in de voorgaande jaren aan de afvoer van ons vuil water werd besteed. “Die forse bedragen moeten ervoor zorgen dat twee ambities gerealiseerd kunnen worden, de ene op korte termijn en de andere op lange termijn”, aldus Bellers.

De Europese deadline: het saneren van afvalwater

“De meest urgente ambitie is het proper maken van onze waterlopen tegen eind 2027. Dat had eigenlijk tien jaar geleden al gerealiseerd moeten zijn, maar Vlaanderen en België hebben aan Europa al twee keer zes jaar uitstel gevraagd. Vandaag ligt de rioleringsgraad in Vlaanderen op 94%, al zit er nog veel verschil naargelang de gemeente. Hoe dan ook is dat al een aanzienlijke vooruitgang ten aanzien van begin de jaren ’90, toen slechts 20 procent van het water in Vlaanderen gezuiverd werd. Finaal moet dat ongeveer 98 procent worden. De resterende twee procent zal moeten gebeuren via IBA’s (individuele zuiveringsinstallaties).

Klimaatadaptatie en duurzaam hemelwaterbeheer

“Hoewel de focus voor onze investeringen vandaag nog op het saneren van de vuilvracht en het transport naar de Aquafin-collectoren ligt, worden tijdens onze projecten gelijktijdig ook duurzame hemelwateroplossingen geïntegreerd, zoals het scheiden van afvalwater en hemelwater. De verwachting is dat, vooral richting 2040 en 2050, de intensiteit van de neerslag in de zomer verder zal toenemen. Piekbuien zullen afwisselen met veel langere droogteperiodes. Bij de aanleg van nieuwe rioleringen moeten we dus nadenken hoe we intense regenval kunnen opvangen, maar tegelijk ook hoe de riolering kan bijdragen aan het tegengaan van droogteproblemen, zoals lage grondwaterstanden of lage waterstanden in beken. Het ene is belangrijk voor de vegetatie en het andere voor de drinkwaterproductie.”

Om de natuurlijke cyclus van het hemelwater te herstellen, wil Fluvius het hemelwater maximaal ter plaatse laten infiltreren, waarbij ook zal moeten worden ingezet op buffering. Het water krijgt dan de tijd om in de ondergrond te sijpelen. Met dat doel werden voor alle 87 gemeenten waar Fluvius het rioolnetwerk beheert hemelwater- en droogteplannen opgemaakt.

Het Vlaamse rioleringsstelsel is echter verouderd. Veel infrastructuur werd na de Tweede Wereldoorlog aangelegd, en die buizen en structuren zijn stilaan tot op de draad versleten. “Los van het optimaliseren en aanleggen van nieuwe installaties, die bestand zijn tegen de nieuwe klimaatomstandigheden, staat ons dus op termijn ook een zware renovatiegolf te wachten. Daarom zijn we nu al actief bezig met het in kaart brengen van de kwaliteit van de netten, om tijdig te kunnen starten met de nodige ingrepen en renovaties.

Omdat het utopie is om het hele stelsel te vernieuwen, zal het vooral zaak zijn om de bestaande capaciteit maximaal aan te wenden en in plaats van, zoals vroeger, reactief te beheren te evolueren naar veel meer proactief beheer. Dat wordt mogelijk dankzij de digitalisering van ons netwerk, waardoor we steeds beter in staat zullen zijn om de kritieke infrastructuur vanop afstand aan te sturen.”

“De investeringsbudgetten waarover we vandaag beschikken, gebruiken we bijvoorbeeld om aanstuurbare schuiven te installeren en telemetrie te voorzien op overstorten en hydraulische structuren. In combinatie met onze pompstations, die intussen allemaal vanop afstand beheerd kunnen worden, en sturingssoftware die almaar slimmer wordt, kunnen we het water gelijkmatiger stroomafwaarts brengen. Door bijvoorbeeld bufferbekkens proactief leeg laten lopen, zodat er ruimte beschikbaar komt voor naderende piekbuien. Voorlopig worden dergelijke beslissingen nog genomen op basis van weersvoorspellingen. In de toekomst zouden we ons operating center op basis van zowel weersvoorspellingen enerzijds en realtimedata anderzijds kunnen laten beslissen om pompen meer of minder te laten werken om problemen stroomafwaarts te vermijden. Maar dat zijn nog ideeën die we verkennen voor een latere termijn.

Een cruciaal element in de dynamische benadering is de inzet van de digital twin.

“We hebben een digitale kopie van ons netwerk. Daardoor zijn we in staat om elke denkbare bui te simuleren en de impact ervan na te gaan op het stelsel. Naarmate we in de toekomst ook meer gedetailleerde meteomodellen ter beschikking krijgen, die de neerslag fijnmaziger kunnen voorspellen, zal dat almaar accurater kunnen. We gebruiken de technologie om optimalisaties van het netwerk te ontwerpen maar gaan achteraf ook na of het model overeenstemt met de realiteit. ”

AI en inspectieprogramma’s

Naast de introductie van meer intelligentie in het systeem en de uitbouw van de slimme sturing, is ook de instandhouding van het netwerk een belangrijk aandachtspunt. “Uiteraard wachten we liever niet tot er verzakkingen en zinkgaten verschijnen, zoals in het begin van de jaren 2000 regelmatig voorkwam”, zegt Raf Bellers. “Sindsdien zijn we het bestaande netwerk veel meer proactief onder het vergrootglas beginnen leggen. Intussen heeft de overheid ook inspectieprogramma's opgelegd. In eerste instantie gaat onze aandacht daarbij uit naar de controle van kritische strengen, zoals leidingen in de buurt van ziekenhuizen, spoorwegen, of bij brandweerkazernes. Die worden systematisch geïnspecteerd met behulp van camera’s, drones en robots. De topkritische leidingen werden vorig jaar allemaal in kaart gebracht. Tegen het einde van het jaar zullen we 50% van alle risicovolle leidingen hebben geïnspecteerd. De volledige inspectie loopt tot eind 2027 en dan gaat het om 40% van het totale net.”

“Hoewel artificiële intelligentie (AI) op het vlak van netwerksturing nog in een vroege fase van overweging zit, lijkt de toepassing ervan in de verwerking van inspectiedata op korte termijn veel reëler. De inspectiegegevens voeden een intern managementprogramma dat helpt bij het voorspellen van de restlevensduur van de leidingen en ons in staat stelt om proactief te investeren. We hopen dat AI de arbeidsintensieve handmatige verwerking kan optimaliseren, de interpretatie kan versnellen, en de foutmarges kan reduceren. ”

“Het weghalen en vervangen van rioleringen is altijd bijzonder ingrijpend voor de mobiliteit en het leven in een buurt, omdat het gepaard gaat met veel open graafwerk. De kostprijs is trouwens even ingrijpend. Daarom gaan we steeds meer op zoek naar nieuwe, minder storende technieken, zoals relining, waarbij een nieuwe binnenlaag (liner) in een bestaand riool wordt aangebracht. Het is een vorm van rioolrenovatie die vaak wordt toegepast om beschadigde, lekkende of verouderde rioleringsbuizen te herstellen. Elke nieuwe buis die we niet in de grond hoeven te stoppen, draagt immers ook bij tot een vermindering van de CO2-uitstoot. Nieuwe technologieën moeten echter grondig getest worden om risico’s in het publieke domein te vermijden. Vooraleer we dus nieuwe technologieën op grote schaal toepassen, moeten we zekerheid hebben dat ze standhoudend en hun duurzame beloftes ook effectief kunnen waarmaken.”

De grote kliffen

Ondanks de duidelijke doelstellingen, de goede intenties, de investeringsplannen en het technologisch voortschrijdend inzicht worden de Fluviusprojecten geconfronteerd met uitdagingen die een snelle aanpak niet per se vereenvoudigen.

“Het gebrek aan goed opgeleide mensen is zo een klif”, aldus Raf Bellers. “Ingenieurs vinden is bijvoorbeeld niet evident. Daarnaast stellen we vast dat ook de financiële middelen die ons worden toegekend niet zullen volstaan om alle doelstellingen op korte termijn te realiseren. Maar mocht dat wel het geval zijn, dan zijn er ook grenzen aan de beschikbaarheid van aannemers en materiaal.”

“Een tweede complex van problemen heeft betrekking op de openbare ruimte en de vergunningen. Ook onder de grond is de ruimte op veel plekken schaars geworden. Er is weinig ruimte om nieuwe infrastructuur aan te leggen en zoals gezegd is ook de hinder die de werken bovengronds veroorzaken een belangrijke factor om projecten in te plannen. We moeten in overleg met gemeenten voortdurend afwegen wat nog draagbaar en aanvaardbaar is voor de burgers en de bedrijven.”

“We proberen daarom een paradigmaverschuiving te creëren. In plaats van de openbare ruimte te zien als de oorzaak van het probleem, moet ze deel uitmaken van de oplossing. Dat kan alleen als we veel meer gaan samenwerken met alle partijen die er aanspraak op maken. Zo lopen er momenteel testen om verschillende functies te combineren. Denk aan het integreren van nutsleidingen in kokers waarboven dan een fietspad kan komen. We gaan ook na hoe bomen betere levenskansen kunnen krijgen in een gebied waar veel nutsleidingen en structuren liggen. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat de bomen sterven omdat we ondergronds noodzakelijke klimaatmaatregelen zoals waterbuffering voorzien. Verder gaan we ook na hoe de verharding boven de riolering slim kan dienen voor de afvoer en de infiltratie van hemelwater. Ik voel op alle fronten dat de bereidheid aanwezig is. Het is vaak nog het gebrek aan coördinatie tussen de organisaties die verhindert dat er snel resultaten worden geboekt.”

Tot slot kampt ook Fluvius met de vergunningenproblematiek. “Door de strenge normen voor bijvoorbeeld PFAS kan de vervuilde grond niet altijd voldoende gezuiverd worden om nadien hergebruikt of afgevoerd te worden. Daardoor geraken de opslagplaatsen stilaan vol. We zijn echter tevreden met de intrekking van het tijdelijk handelingskader (THK) PFAS door de Vlaamse Regering. Het schept juridische duidelijkheid en beoogt vertragingen bij projecten te voorkomen. We wachten nog af wat de impact zal zijn van de omzendbrief van minister Brouns van 16 juli. Daarin staan niet-bindende richtlijnen voor het gebruik van PFAS-houdende bodemmaterialen.”


250311RioleringsprojectAsserwegZutendaal007_LR
SFA Sanibroyeur
Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten