Als abonnee heb je toegang tot alle artikels op BOUWKRONIEK.be

Materiaal

Biobased materialen zitten in de lift “Bijna alles wordt veel frequenter gebruikt dan vijf jaar geleden”

De bouwsector in België en Nederland maakt zich stilaan los van fossiele grondstoffen. Biobased bouwmaterialen worden steeds vaker toegepast en maken een gestage opmars in zowel isolatie als constructie. Dat blijkt uit een recente bevraging uitgevoerd door Universiteit Gent binnen het Interreg-project CASCO – Carbon Sink Construction, dat mikt op een structurele verankering van biobased bouwen in de grensregio Vlaanderen-Nederland.

BCmaterials_Kastar-B---Floor_Jette3©Jasper-Vanderlinden,-Het-Leemniscaat
Ruben Van den Bossche en BC Materials

Een blik op de praktijk

De CASCO-bevraging – die liep van december 2024 tot januari 2025 – legde de vinger aan de pols bij 64 bouwprofessionals, hoofdzakelijk architecten en aannemers. Opmerkelijk is dat deze enquête werd vergeleken met een gelijkaardige bevraging uit 2020, in het kader van het TETRA-project ‘To bio or not to bio’. De evolutie is duidelijk: biobased materialen worden niet alleen bekender, ze worden ook concreet vaker ingezet.

“De toepassing is breder en diepgaander geworden,” stelt Ruben Van den Bossche, auteur van de studie, Assistent en PhD onderzoeker van de Onderzoeksgroep Bouwfysica (Vakgroep Architectuur en Stedenbouw, Universiteit Gent). “Bijna alle biobased isolatiematerialen worden door de bevraagde professionals frequenter gebruikt dan vijf jaar geleden.”

Houtvezel, houtwol en cellulose aan de top

De drie populairste isolatiematerialen in 2025 zijn biobased: houtvezel, houtwol en cellulose. Daarmee verdringen ze klassieke producten als minerale wol, PUR/PIR en EPS, die in 2020 nog dominant waren. Vooral het gebruik van stro kende een sterke groei, van 8% naar 20%. Andere materialen zoals kalkhennep en grasisolatie winnen eveneens aan populariteit.

Net iets minder dan de helft van de respondenten gaf aan vaak te kiezen voor houtvezel (55%), gevolgd door houtwol (42%) en cellulose (35%). Architecten en aannemers volgen hier gelijkaardige trends, waarbij houtvezel en houtwol door meer dan 85% van hen (al dan niet regelmatig) worden ingezet. Toekomstgericht is er een duidelijke interesse in drukvaste biobased materialen zoals glasschuimgranulaat, kurk en schelpen – alternatieven die steeds meer aandacht krijgen voor hun prestaties in daken en vloeren.

Van isolatie tot afwerking

De toepassing van biobased materialen beperkt zich niet tot isolatie. Houtskeletbouw met massief hout blijft de meest gekozen biobased structuur, gevolgd door engineered wood (zoals LVL, glulam en I-joists) en CLT. In de afwerking domineren gipsvezelplaten, maar ook natuurlijke afwerkingslagen zoals leem en kalk winnen terrein.

Opvallend is ook de brede adoptie van het principe van dampopen bouwen: 53% van de respondenten past dit vaak toe, 36% soms. Dit betekent dat men bewust kiest voor bouwschillen die vocht kunnen reguleren, wat goed past bij biobased toepassingen. Ruben nuanceert echter, omdat hier in de praktijk soms verwarring over bestaat. “Niet elke constructie zonder dampscherm is per definitie dampopen. OSB-platen bijvoorbeeld zijn eerder dampremmend, niet dampopen.”

Knelpunten en uitdagingen

Hoewel de vooruitgang indrukwekkend is, blijven er obstakels. De kostprijs, de soms beperkte beschikbaarheid en de voorzichtigheid van klanten remmen de uitrol van biobased bouwen nog steeds af. Ook technische uitdagingen zoals brandveiligheid, gedrag bij vochtbelasting en het gebrek aan uniforme certificering spelen mee. Verder worden biobased materialen nog te vaak conservatief ingeschat binnen EPB-berekeningen, waardoor bijvoorbeeld dikkere lagen nodig zijn om dezelfde prestaties te halen als conventionele alternatieven.

Toch is de mentaliteit bij bouwprofessionals hoopgevend. Meer dan 90% zegt een toename te merken in het gebruik van biobased materialen en 92% informeert klanten spontaan over de mogelijkheden, zelfs als er niet expliciet om gevraagd wordt.

Nood aan informatie en vertrouwen

Een belangrijke conclusie uit het CASCO-rapport is de blijvende behoefte aan praktische, toegankelijke informatie over biobased materialen. Informatie over technische prestaties, milieu-impact, toepassingsrichtlijnen en betrouwbare documentatie is essentieel om het vertrouwen van aannemers én klanten te versterken.

“Het gebruik groeit, maar moet structureel verankerd worden,” besluit Van den Bossche. “Het CASCO-project wil daar actief aan bijdragen, door de ketens voor lokale, natuurlijke materialen uit te bouwen en op te schalen richting de brede bouwpraktijk. Specifiek werken we met Universiteit Gent onder andere mee aan het technische luik.”

Kan hier link?

Meer informatie vind je via deze link: https://interregvlaned.eu/casco-carbon-sink-construction/over-ons


Nieuwsbrief

Wens je op de hoogte te blijven van inzichten, projecten, trends en evoluties in de bouwsector? Schrijf je nu in blijf up-to-date!

Bouwprojecten