Studiebureau SonIQ bv ontwikkelt eigen software voor akoestisch advies
“De bouwsector is ons pas de jongste 15 jaar als volwaardige partner beginnen beschouwen”, zegt Bart Van de Velde van studiebureau voor akoestiek SonIQ BV. “Waar we vroeger dikwijls als een overbodige kost aan de zijkant werden geschoven, starten de meeste architecten en bouwheren hun project niet meer op zonder advies over akoestiek in te winnen. De investering staat immers niet in verhouding tot de kosten om achteraf geluids- en trillingsproblemen op te lossen.”
Het concept van de nieuwe fuifzaal van Izegem is opgebouwd zodat de hinder voor de omwonenden zeer beperkt blijft.

“Automatiseren zodat er tijd vrijkomt voor ingenieurswerk dat het verschil maakt”
“Als mensen spreken over akoestiek, dan is het meestal omdat er hen iets irriteert. Als ze niets opmerken, dan is dat maar normaal. Onze oren zijn echter gevoeliger dan onze ogen en in moderne woon- en kantoorgebouwen zijn potentieel veel geluidsbronnen die het welzijn van de gebruikers parten kunnen spelen. HVAC-systemen die trillingen en dus geluid veroorzaken, landschapskantoren waarin het telefoongesprek van de ene de concentratie van de andere op de proef stelt, duurzame houtstructuurwoningen die door een gebrek aan massa goede geleiders zijn voor straat- en buurgeluiden, ...”
“Ik heb deze week metingen uitgevoerd in een nieuwe woning. De bewoners hadden hun architect gevraagd vooral te zorgen voor een hoge geluidisolatie aan de straatkant, en ook de aannemer was van dat verzoek op de hoogte. Maar toen ze de eerste nacht in hun nieuwbouw hadden doorgebracht, konden ze de slaap niet vatten van het lawaai. Het was meteen duidelijk dat de beglazing niet deugde en dus vervangen moest worden. Dat is een zotte kost voor het jonge koppel maar bovendien ook nefast voor het milieu. Bovendien leiden dergelijke situaties niet zelden tot rechtszaken. En ik hou er eerlijk gezegd niet van om achteraf opgeroepen te worden als expert. Je komt dan gegarandeerd in situaties terecht waar je geen voldoening van krijgt. Het enige positieve effect is dat de meesten de fout geen tweede keer zullen maken.”
Bart Van de Velde

Ach, we horen het wel
“Op vlak van akoestiek is de redenering lang geweest: we zullen achteraf wel horen hoe het klinkt ... en desnoods zetten we midden de ruimte een grote plant om de galm te beperken”, zegt Bart Van de Velde. “Tot vijftien jaar geleden hielden akoestische bureaus zich nagenoeg enkel bezig met industriële geluidsoverlast of bij geluidsproblemen door weg-, spoor- of luchtverkeer. Advies over bouwprojecten waren uitzonderingen. Er was weinig kennis over bouwakoestiek en de technieken die bij industriegeluid toegepast worden, kan je niet zomaar voor een bouwproject gebruiken. Vergelijk het met een elektricien die gewoon is om stopcontacten te plaatsen en plots industriële sites moet bekabelen. Dat leidde tot adviezen die op papier in het beste geval wel correct waren maar die aannemers voor onmogelijke opdrachten stelden, bij gebrek aan kennis over bouwknopen, de manier waarop geluid zich door een gebouw voortbeweegt of bouwmaterialen in het algemeen.”
“Voor architecten is het visuele aspect van een bouwproject terecht superbelangrijk en op stabiliteitsstudies wordt zelden ‘bespaard’. Aangezien de energetische eisen waaraan gebouwen moeten voldoen, steeds strikter worden vastgelegd, is ook dit een vaste bezorgdheid in de ontwerpfase. In die context was aandacht voor akoestiek een aspect dat het doorgaans al krappe bouwbudget alleen maar extra onder druk kon zetten. Geluidisolatie is bovendien veel minder eenduidig en bijgevolg complexer omdat het door heel veel factoren - zeg maar door alle gebuikte bouwelementen en de geometrie van de ruimtes - wordt beïnvloed. Behalve voor scholen en woningen dateren de normen bovendien van de jaren ’70 en zijn ze amper afdwingbaar.”
De aula Fernand Nédée en de promotiezaal van de Universiteit Antwerpen werden grondig gerenoveerd. Bart gaf advies om de galm, de spraakverstaanbaarheid en de geluidisolatie te verbeteren.

Advies op basis van eigen software
“Niet alle problemen zijn achteraf effectief op te lossen”, zegt Bart. “Er zijn intussen echter voldoende esthetische vloer-, plafond- en wandoplossingen om ingrepen perfect te integreren als dit in het ontwerp meegenomen wordt. Gelukkig hebben de meeste architecten begrepen dat een akoestische voorstudie geen overbodige luxe is, omdat het nu eenmaal veel goedkoper is om problemen te voorkomen dan ze na oplevering op te lossen."
SonIQ BV heeft zich daarom gespecialiseerd om de kosten voor de bouwheer niet te laten ontsporen door van in de prille ontwerpfase rond de tafel zitten. “Wij geven advies op basis van een 3D-model van het bouwplan. De commercieel beschikbare software is gebaseerd op formules uit de jaren ’60 en ’70. Aangezien er geen alternatieven beschikbaar zijn, zat er niets anders op dan in-house zelf nieuwe software te ontwikkelen. Die laat ons toe om veel berekeningen te automatiseren, zodat er tijd vrijkomt voor ingenieurswerk dat voor de klant het verschil maakt.”
“Uit onze analyses blijkt heel fijnmazig welke bouwelementen te hoog of te laag scoren. Het heeft geen zin om een dikke muur te bouwen die alle geluid isoleert, als je er vervolgens een deur van geperst karton in plaatst. Vervolgens kunnen we fijnmazige aanpassingen voorstellen, tot een ruimte volledig akoestisch in balans is. In principe kunnen we een virtuele omgeving creëren waardoor bouwheer en architect met behulp van een koptelefoon en een VR-bril in hun toekomstig pand rondlopen. Door materialen aan te passen, horen en zien ze dan live het effect. Ik ben daar momenteel echter nog niet zo een grote fan van omdat de software nog te duur is in verhouding tot de kwaliteit.”
“Uitwisseling van data wordt steeds crucialer in de bouwsector. En dan denken we in de eerste plaats aan BIM. Maar aangezien akoestiek een zeer kleine discipline is in de ontwikkeling van de BIM-software, is de integratie van akoestische toepassingen niet prioritair. De bouwknopen die wij nodig hebben, zijn vaak niet beschikbaar waardoor we vaak informatie naar onze eigen software moeten vertalen. Informatie die we dan weer niet kunnen delen met de andere partners in het bouwteam. Informatie uitwisselen betekent in ons geval: veel overtekenen. Volgend jaar brengen we een eigen softwarepakket op de markt waarmee we aan dit probleem willen tegemoetkomen.”
Voor de ultramoderne mixstudio’s van Alaska studio’s, waar Selah Sue, Stromae, Oskar and the Wolf, Netsky, Intergalactic Lovers, Bazart en Lost frequencies kind aan huis zijn, af SonIQ advies voor een optimale akoestische ervaring.

Geen passe-partout-oplossingen
“Dat is een heel andere aanpak dan traditionele akoestische studiebureaus die berekeningen maken op basis van vuistregels en passe-partout-oplossingen. Dat komt neer op het verrekenen van veilige akoestische marges om alle risico’s uit te sluiten. Als je echter voor alle materialen een marge van 20% neemt, dan ga je in the end uiteraard een akoestisch perfect verhaal afleveren maar dan heb je wel 10.000 euro te veel aan bouwkosten gemaakt. In onze aanpak gaan de studiekosten misschien iets hoger liggen maar je gaat veel bouwkosten uitsparen.”
Naast betrouwbare software is doorgedreven kennis van bouwmaterialen noodzakelijk. “We kennen de bouwwereld door en door”, zegt Bart. “Het gaat immers niet enkel over formules toepassen. Je moet weten hoe iets gebouwd wordt. Wat een baksteen is, hoe beton en een grondplaat reageert. Dat kan alleen door intensief contact met architecten, aannemers, leveranciers en andere studiebureaus. Wij leggen databanken aan en zijn continu in gesprek met fabrikanten om een actuele databank ter beschikking te hebben van producten en hun eigenschappen, zodat we ook concreet, onderbouwd advies kunnen geven. Akoestiek dreigt een dumpplaats te worden voor alle recyclage- en hergebruikmaterialen die nu overal opduiken. Architecten worden overspoeld door materialen die van alles beweren maar waarvan je, soms gewoon op het zicht, al kan zeggen dat het niet kan werken. De fysica liegt immers niet. Het onderscheid kunnen maken, is de manier om mensen veel ellende en grote kosten te besparen.”
Bart zetelt in de commissie die sleutelt aan de akoestische normen die de wetgever in 1977 heeft vastgelegd. “Dat is broodnodig want de normen die toen werden bepaald zijn verouderd en worden vooral niet gehandhaafd. Dat strookt niet met de toegenomen aandacht voor welzijn. Aangezien onze oren nooit slapen, is leven en werken in gebouwen die akoestisch op de zenuwen werken, nefast. De kosten van langdurige afwezigheden wegens ziekte, het verlies van concentratie en de toenemende foutenmarge was de aanleiding dat duurzaamheidscertificeringssystemen zoals BREEAM en WELL die leemtes proberen in te vullen. Het behalen van dergelijke certificaten is voor werkgevers steeds vaker een manier om schaarse talenten aan te trekken.”
CLT- en houtbouw: water bij de wijn
CLT-houtbouw heeft de noodzaak van degelijke akoestische studies ook voor de particuliere woningbouw op de kaart gezet. “De massa van bouwmaterialen is een belangrijk aspect bij akoestische isolatie en dat is in hoofdzaak wat ontbreekt bij CLT-panelen. Ze zijn te zwaar om als plaatmateriaal te behandelen maar te licht om als echt massieve elementen te gebruiken. CLT-panelen scoren slecht voor frequenties rond de 500 Hz en dat is nu net het niveau van de menselijke stem. Het is vergelijkbaar met gipsblokken. Houtskelet is vanuit akoestisch oogpunt flexibeler om oplossingen te bedenken, omdat er vaak in verschillende lagen gewerkt wordt, waardoor je eenvoudig kwalitatieve ontkoppelingen kan maken. CLT-bouwers wensen vaak om het hout zichtbaar te laten, waardoor de mogelijkheden voor akoestische oplossingen zeer beperkt worden. Wil je een CLT-plafond zichtbaar houden, dan moeten alle akoestische oplossingen aan de bovenzijde aangebracht worden, terwijl de meest eenvoudige geluidsoplossingen aan de onderzijde zouden moeten aangebracht worden. Alles is echter oplosbaar, al moet er soms wat water bij de wijn.”